Het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) is het belangrijkste instrument waarmee de EU investeert in mensen.
Met een budget van bijna 99,3 miljard euro voor de periode 2021-2027 zal het ESF+ een belangrijke bijdrage blijven leveren aan het EU-beleid en structurele hervormingen op de gebieden werkgelegenheid, sociale zaken, onderwijs en vaardigheden.
Het Fonds moet ook een van de hoekstenen van het sociaaleconomisch herstel van de coronapandemie in de EU worden. De pandemie heeft de stijging van de arbeidsparticipatie tenietgedaan, het onderwijs- en het zorgstelsel op de proef gesteld en de ongelijkheid vergroot. Het ESF+ moet de lidstaten helpen de problemen weer de baas te worden.
Hierbij hebben de volgende onderwerpen prioriteit:
- ondersteuning van jongeren bij het vinden van een kwalificatie, een baan van goede kwaliteit, en het verbeteren van hun onderwijs en opleiding
- hulp aan kinderen in nood
- om- en bijscholing van mensen met het oog op de transitie naar een groene en digitale economie
- capaciteitsopbouw voor sociale partners en organisaties uit het maatschappelijk middenveld
- transnationale samenwerking ter bevordering van sociale innovatie in de hele EU
- rechtstreekse steun voor sociale innovatie via het onderdeel werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI)
- Wat het cohesiebeleid betreft zal de EU zich via het ESF+ zich blijven inzetten voor meer economische, territoriale en sociale samenhang in de EU en voor het wegwerken van de verschillen tussen lidstaten en regio’s.
ESF+: een combinatie van vier fondsen
Het ESF+ bundelt vier, in de programmeringsperiode 2014-2020 nog onafhankelijke financieringsinstrumenten: het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief en het Europees programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI).
De steun van het ESF+
De steun in het kader van het ESF+ gebeurt via:
- Door de lidstaten in partnerschap met de Commissie uitgevoerde investeringen. Voor deze investeringen is voor de programmeringsperiode 2021-2027 een begroting van bijna 98,5 miljard euro beschikbaar. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van programma’s op nationaal en/of regionaal niveau, die vervolgens door de Europese Commissie worden goedgekeurd. Deze programma’s vormen de basis voor investeringen die moeten worden uitgevoerd via oproepen tot het indienen van voorstellen/aanbestedingen. Raadpleeg de samenvattingen van de nationale of regionale programma’s op specifieke websites van de lidstaten.
- Rechtstreeks door de Commissie in het kader van het onderdeel EaSI uitgevoerde investeringen. Voor deze investeringen is voor de programmeringsperiode 2021-2027 een begroting van bijna 762 miljoen euro beschikbaar. Op de website voor de financierings- en aanbestedingsmogelijkheden worden regelmatig oproepen tot het indienen van voorstellen gepubliceerd.
Om subsidies in het kader van het EaSI aan te vragen, moeten personen en organisaties afkomstig zijn uit de EU of uit landen buiten de EU die een overeenkomst voor deelname aan EaSI hebben gesloten. Uit hoofde van het Unierecht opgerichte juridische entiteiten en internationale organisaties kunnen ook een aanvraag doen.