Mobiliteit – in het kader van werk, studie, onderzoek, coproductie of deelname aan een residentie- of uitwisselingsprogramma – maakt intrinsiek deel uit van de activiteiten en loopbanen van kunstenaars en culturele professionals. Sommigen hebben geen keus: zij moeten mobiel zijn om in hun beroep een kans te maken.
De mobiliteit van kunstenaars en culturele professionals is in diverse opzichten essentieel, onder meer voor:
- de toegang tot nieuwe carrièremogelijkheden, doelgroepen en markten
- de werkgelegenheid in de culturele en creatieve sector
- het bevorderen van de culturele verscheidenheid en de interculturele dialoog
- het uitbouwen van netwerken en partnerschappen
Kunstenaars en culturele professionals zijn vaak zeer mobiel, reizen rond om hun werk tentoon te stellen en treden in meerdere landen op. Betere omstandigheden voor mobiele kunstenaars dragen ook bij tot een stabiel inkomen.
Belemmeringen voor mobiliteit wegnemen
De Commissie ondersteunt de maatregelen van de lidstaten om belemmeringen voor de mobiliteit van kunstenaars en culturele professionals te beperken en vult deze aan. Zij streeft naar betere voorwaarden voor mobiliteit door financiering en kansen te bieden en ervoor te zorgen dat informatie en advies omvattend en direct beschikbaar zijn.
Mobiliteit maakt deel uit van bepaalde samenwerkingsprojecten, netwerken en platforms in het kader van Creatief Europa, het EU-programma voor cultuur. Er is ook een nieuwe financieringsregeling opgezet voor de mobiliteit van kunstenaars en culturele professionals, die zorgt voor samenhang tussen de beleidsdialoog op EU-niveau en Creatief Europa.
i-Portunus, de eerste vraaggestuurde mobiliteitsregeling van de EU voor particulieren, werd in 2019 getest. Het leverde indrukwekkende resultaten op en kreeg enthousiaste steun. Bijna 350 personen ontvingen financiering voor activiteiten in het kader van professionele mobiliteit, waaronder productiegeoriënteerde residenties en activiteiten voor professionele ontwikkeling, uit in totaal 620 miljoen euro aan beschikbare steun.
De deelnemers meldden de volgende resultaten:
- 97% had nieuwe vaardigheden verworven
- 94% had nieuwe doelgroepen of markten bereikt
- 94% zette een coproductie of cocreatie op
- 49% kreeg een baan of een nieuw contract
De deelnemers ontvingen elk tussen 1.500 en 3.400 euro ondersteuning voor hun mobiliteitsactiviteit. Lees meer over de ervaringen van deelnemers aan i-Portunus.
EU-programma’s ter ondersteuning van mobiliteit
Naast Creatief Europa zijn er nog andere EU-programma’s die de mobiliteit in Europa ondersteunen, ook in de culturele en creatieve sector. Mobiliteitsbeurzen zijn bijvoorbeeld mogelijk via het Erasmus+-programma, Erasmus voor jonge ondernemers (het Cosme-programma van de Europese Unie voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen), het Starts-residentieprogramma en het Starts-initiatief (het initiatief voor wetenschap, technologie en kunst van de Europese Commissie, waarmee werd gestart in het kader van het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020).
Voorts omvat het door Cosme gefinancierde partnerschapsproject “Worth” de ontwerpsector en biedt het specifieke mobiliteitsactiviteiten aan; het proefproject “Makers’ mobility” is dan weer gericht op het uittesten van mobiliteitsondersteunende acties en de uitwisseling van ervaringen tussen de culturele en creatieve sector, creatieve hubs, creatieve ruimten en fablabs.
De lidstaten helpen beter beleid inzake culturele mobiliteit tot stand te brengen
De lidstaten werken sinds 2008 via de open coördinatiemethode (OCM) samen met de Europese Commissie aan de mobiliteit van kunstenaars en culturele professionals. De OCM is een vrijwillig maar gestructureerd samenwerkingskader tussen de regeringen van de EU-landen en wordt nog steeds gebruikt om de uitwisseling van goede praktijken te vergemakkelijken en intercollegiaal leren te bevorderen.
In 2011 bracht een door de Commissie bijeengeroepen speciale deskundigengroep een reeks richtsnoeren (normen voor informatie over mobiliteit) uit over kwaliteitsnormen voor informatie- en adviesdiensten voor kunstenaars en culturele professionals. In 2012 bracht een OCM-groep van deskundigen uit de EU-lidstaten een beleidsverslag uit waarin vijf kernbeginselen werden voorgesteld voor het opbouwen en handhaven van een sterk kader ter ondersteuning van de mobiliteit van kunstenaars en culturele professionals, en in december 2014 stelde een OCM-groep een beleidshandboek over residenties voor kunstenaars op. In dat handboek werd de waarde geanalyseerd van residenties voor kunstenaars, en het bevat voorbeelden van goede praktijken uit de hele EU.
In 2013-2014 organiseerde de Commissie twee thematische seminars om de administratieve belemmeringen voor de mobiliteit van kunstenaars en culturele professionals te analyseren. De seminars gingen onder meer over Schengenvisa, sociale zekerheid en grensoverschrijdende belastingen. In 2016 hield de Commissie een evaluatievergadering met een aantal belanghebbenden en beleidsmakers om de vooruitgang te beoordelen die sinds 2014 is geboekt met betrekking tot de belemmeringen voor artistieke en culturele mobiliteit in Europa. De conclusie van de evaluatie luidde dat, hoewel de kennis over de belemmeringen voor artistieke en culturele mobiliteit verbetert, er talrijke problemen blijven bestaan.